dinsdag 26 juli 2011

Officieel is het om 0.00 al dinsdag, dus bij deze.

Ik sloot mijn ogen en luisterde naar hoe de wereld om me heen aan het veranderen was. Het klonk niet meer als eerder. Niet alleen zichtbaar, maar ook hoor- en voelbaar veranderde alles. Mensen, maar ook dingen. Relaties, de sfeer en alles om ons heen. Zelfs de sterren waren anders. De sterren leken droeviger te schijnen dan ze eerst deden. Ook al waren sterren eigenlijk gewoon stukken steen.
Soms is de schijn veel mooier dan de realiteit. Soms inderdaad. Sommige dingen moet je met eigen ogen zien om de schoonheid ervan te ervaren. Zoals Parijs, de zee en de bergen. Van andere dingen houden we liever de schijn op. Zoals de maan. We zeggen altijd: 'de maan schijnt'. De maan schijnt niet. De maan weerkaatst het licht van de zon. De maan heeft de zon nodig om licht te geven, om te schijnen. De maan kan zelf alleen maar een kraterige brok steen zijn.
Ik had mijn ogen nog steeds gesloten, maar ik kon de aanwezigheid van het maanlicht nog wel merken. De realiteit bedroefde me. De maan had de zon nodig, zoals ik jou nodig had. Misschien niet jou. Misschien liefde. Mensen veranderden, terwijl ik stil bleef staan. Iedereen rende me in een razend tempo voorbij. Niemand leek me op te merken, terwijl mensen steeds verder van mij af leken te staan. Ik zette voetje voor voetje, bang om het verleden achter me te laten. Kleine stapjes, omdat ik bang was. Het vertrouwde verleden of de angstaanjagende toekomst. Men leek niet te kunnen wachten om in de toekomst te springen. Het onvertrouwde. Iedereen was klaar om het verleden achter zich te laten, een nieuw avontuur aan te gaan. Ze renden, misschien wel sneller dan die stomme Amerikaan die alle rendingen wint. Mijn spieren protesteerden. Mijn lijf protesteerde. Mijn hart protesteerde. Mijn gedachten protesteerden. Mijn verstand? Die wilde maar al te graag mee. Die was de enige die besef had van de realiteit. Mijn gedachten en mijn hart wilden terug, die hadden een schijnwereld opgebouwd waarin het verleden zich bevond. Ik begon daarin te geloven. Maar stiekem wist ik dat mijn verstand gelijk had en dat de toekomst misschien wel rooskleurig zou zijn. Dat het verleden eigenlijk zo mooi niet was. Dat ik mijn hoofd omhoog moest gooien en vol moed verder moest gaan.

Met tegenzin raapte ik mijn moed bij elkaar en besloot ik me in het avontuur te storten. Na een hele hoop treuzelen dan. Ik was er klaar voor. Een beetje dan.

1 opmerking:

Marije zei

ahw mooi tamara!