vrijdag 4 november 2011

Egelavonturen

Er was eens een egeltje dat de wereldzeeën wilde bevaren in een rubberbootje. Want een echte boot had hij niet. Voor de gelegenheid had hij een stoere matrozen-pet op zijn kruin gezet. Vol goede moed stapte hij in het bootje en begon hij te roeien. Hij was pas bij de Franse kust toen het eerste lek in het bootje verscheen. Het was toen hij zijn broodtrommeltje wilde pakken en hij per ongeluk even niet op zijn stekels lette. Snel pakte hij de grootste pleister die hij bij had en plakte hem op het lek.

Hoe verder hij reisde hoe meer pleisters het bootje telde. Hij had zelfs al eens aan opgeven gedacht, of anders zijn stekels kortwieken. Maar stug bleef hij volhouden, nog maar een paar zeeën en hij was er. Alles ging goed, hij werd steeds meer één met de golven en kreeg zelfs kleine spierballetjes.

Pas bij de kust van Madagaskar ging het mis. Het egeltje prikte weer een gaatje in het bootje en de pleisters waren op. Woede en frustratie verblindde hem. Waarom moest hij toch altijd al zijn dromen kapot prikken? Als bellen die tegen een dennenboom vliegen. Waarom kon hij nooit iemand knuffelen zonder de ander pijn te doen?

Zachtjes siste het bootje leeg en dreven de pleisters in het water. Egeltjes drijven niet. Het idee dat er in de zee ook egels zijn maakte het egeltje blij. Hij was vast een goede zee-egel. 

Hier is een oud verhaaltje van mij, want ik heb geen inspiratie en ik word vrolijk van egels. Oh, en het is nog geen zaterdag en dat weet ik. Maar morgen vergeet ik het vast en zeker. 

verzonnen vleugels

Nooit eerder was ze zo verdrietig en gelukkig tegelijk geweest. Haar verlangen groeide met de dag, met de seconde leek het meer. Maar nu ze elkaar eindelijk gevonden hadden, wisten ze niet wat ze zouden moeten doen. Het gevoel dat ze altijd hadden gekregen bij een brief of een liedje dat zij elkaar hadden gestuurd, was zo.. anders dan nu. Zo anders dat ze vreemden voor elkaar leken, zijn. Ze wilde het niet toegeven, daar was ze altijd slecht in geweest. 

Ondiep in haar gedachten dwarrelden schuldgevoelens rond. Ze wilde hem zo graag lief hebben, vast houden, houden van hem. Maar kon het niet. Misschien was ze te jong om lief te hebben. Of misschien was ze het verleerd. Misschien is ze verwekt om andere mensen een kans te geven van elkaar te houden, alleen maar om in te laten zien dat liefde bestaat. Eigenlijk wel een mooie verdrietige reden om op aarde te zijn. Maar na enige minuten nadenken kwam ze tot de conclusie dat het niet haar reden van bestaan kon zijn, want ze wist niet wat liefde was. Ze dacht dat ze het wist, maar ze deed te veel haar best.

Hij daarintegen dacht niet zoveel na. Onbewust nadenken, noemde hij het. Want hij dééd het natuurlijk wel, maar wilde het gewoon niet. Nadenken is een ander woord voor piekeren, vond hij. Een schuilwoord. Alle woorden hebben schuilwoorden, maar men leek het niet te zien. Gelukkig deed hij dat wel, een zeldzame eigenschap. Zijn superkracht, noemde hij het.
Verzinnen deed hij overigens wel veel. Vernoemde woorden, verzon verhalen, mensen, letters.
Verzinnen was zijn dagelijkse bezigheid. 

Wordt vervolgd, als ik ooit de eigenschap ga bezitten om dingen een keer af te maken, maar daar ben ik niet zo zeker van.

Het was winter en ik had een eigen babypinguin


En dit was alles voor vandaag.

Snor

Ik besloot (na terug te komen van mijn eerste echte tentamen, waar ik een 9,2 voor had, maar dat terzijde) vandaag dat ik een kort verhaal ging schrijven. Het korte verhaal werd een lang verhaal en nu is het bijna vrijdag en is het nog niet af. Zo gaan die dingen. Ik weet dat jullie het begrijpen. Zodra ik het af heb zal ik het online pleuren.
Verder had ik jullie vorige week nog een mooie foto beloofd van mij terwijl ik crowdsurfend aan het gitaarspelen ben (of was het gitaarspelend aan het crowdsurfen?), dus daar mogen jullie je in de tussentijd aan vergapen. Krijgen jullie gelijk de leukste niet-kloppendste recensie van de avond mee, TADAA (wel even naar beneden scrollen en bij Valour Up Twice lezen). Blijkbaar lijk ik 16? Blijkbaar hebben wij covers gespeeld? (hint: ik ben geen 16 en we hebben alleen eigen nummers gespeeld...) Ach, ik ben toch wel blij =)

Jazeker

donderdag 3 november 2011

ik heb echt geeeeeeeen zin om te schrijven vandaag
wie heeft dit toffemensengedoe eigenlijk bedacht?
bleh ik ben helemaal niet tof


Gisteren nog was alles zoals het hoorde te zijn. Eergisteren niet, en vandaag ook niet. Misschien kwamen dat soort dingen om de dag. Ze wilde altijd dingen op de verkeerde momenten. Een foto maken van de bomen als ze in brand leken te staan door de herfstzon, als het nacht was. Sterren tellen als de nacht al uren niet meer nacht was.
Ze zette een loper drie zwarte hokjes verder op het schaakbord en gaf het door aan haar tegenstander die zich heel ergens anders bevond. Zo zat ze daar in alle eenzaamheid van de wereld in haar kamer. Een schaakbord voor zich op tafel uitgestald alsof ze tegen zichzelf speelde. Iedereen die haar zou kunnen zien zou haar bestempelen als op zijn minst een beetje gek.
Ze hoorde ergens een geluid alsof water kookte en meteen daarna het geluid van een ambulance maar ze kon zich niet voorstellen dat deze twee dingen een verband vormden. Ook hoorde ze zacht kloppen op haar deur maar dat kon nooit voor haar bedoeld zijn.
Er werd een paard van het bord geveegd en ze werd schaak gezet. Nog niet schaakmat, ze had nog nooit verloren. Niet in dit spel. Hooguit een of twee keer. Of drie. Ach zulke dingen hoorde je ook niet te tellen.
Ze was aan de verliezende hand en kon niet tegen frustraties dus gooide ze theekopjes stuk tegen de muur.
Ze hechtte niet zo veel waarde aan theekopjes dat was haar geluk.
Er werd harder op haar deur geklopt maar niemand had haar gevraagd of ze dat wilde.
En niemand had bedacht dat gisteren nog alles hetzelfde was en vandaag niet meer. En de mensen maar denken dat ze zomaar hetzelfde konden doen als anders.

en een bootje zonk op zee

einde.

en vannacht knipte ik mijn haar er af want dat was leuk

woensdag 2 november 2011

Improv dinsdag deel III

Ik schrok wakker en knipperde tegen de felheid van het elektrische licht. Ik wist niet of het angstaanjagende geluid tot mijn droom behoorde, of dat het zich echt had afgespeeld. Ik opende mijn ogen. Nat, nieuw licht sijpelde onder de gordijnen door. De ochtend arriveerde en bracht de concrete wereld weer op de voorgrond. Ik bevond me op exact dezelfde plek als gisterenavond. Alleen in mijn bed. Toen ik voldoende kracht had verzameld, duwde ik me uit de rommel omhoog en ging staan, wankelde even, maar hervond toen mijn evenwicht. Ik strompelde naar de keuken en dronk een glas water. Ik voelde hoe het water door zijn keel gleed en in zijn maag belandde. Ik sloot zijn ogen en genoot van de koelte die het zijn lichaam bracht. Een blik op de klok liet hem weer in het heden leven.Ik haastte me in mijn kleren en keek in de inmiddels bevlekte spiegel. Mijn arm maakte ronde bewegingen over de spiegel, zodat mijn gezicht stukje bij beetje zichtbaarder werd. Ik schoot in mijn schoenen en trok de deur met veel gepiep en gekraak dicht.

Zo dat was het alweer, inspiratie van een pinda, zoals altijd.

maandag 31 oktober 2011

Deel één

De ochtend begon nagenoeg prima. Ik staarde vanuit mijn bed door het raam en zag dat door de bomen de zon opkwam. Het waxinelichtje was gisteravond vanzelf uitgegaan. Net als mijn sigaret. Enigszins uitgerust gooide ik mijn benen over de bedrand. Ik pakte mijn laptop, oplader en mobiel om ze in mijn schooltas te doen. Schoon ondergoed, sokken en kleding lagen al sinds gisteravond klaar.

Een zwart onderbroekje, een roze bh, grijze sokken, en zwarte legging, een zwart jurkje met wit bloemenpatroon en een groot bruin gebreiden vest. Ik trok aan het koortje van mijn pyjamabroek en stapte uit het nogal grote ding. Vervolgens zeulde ik mijn pakketje kleding en de schooltas over de gang. Mijn schooltas legde ik naast de deur van de badkamer en knipte het licht aan. Ik keek op de klok en tot mijn verbazing kon ik het rustig aan doen.

De deur draaide ik op slot, pakte een handdoek en draaide de kraan van de douche op lauwwarm. Het water sijpelde via mijn haren en gezicht door over de rest van mijn lichaam en ik besloot 7 minuten later dat ik klaar was. Eenmaal droog schoot ik in mijn kleren en  kamde mijn haren door. “Geen make-up vandaag... Oké, vooruit, een beetje.” Ik smeerde onhandig wat mascara op mijn wimpers en besloot ook wat lippenstift op te doen.

 Eenmaal beneden zette ik koffie voor mezelf,schonk een glas sinaasappelsap in en smeerde een broodje met pindakaas. Ik at en dronk. Nog twee met cervelaat, voor op school, en een flesje cola gingen ook in de tas. Ik trok mijn laarzen aan, pakte de eerste sigaret, stak die aan en stapte de deur uit. De zon vorderde zijn reis gestaag en ik deed hetzelfde. Ik wandelde en keek naar de grond, net voor mijn voeten. De bus kwam aan en ik stapte erin, ik stapte eruit, wandelde en stapte in de trein.

Ik lette helemaal niet op jou, ik keek naar de bloemen die zachtjes en alleen naar mij leken te lachen. Ik wist niet dat jij graag wou dat ik opkeek om even zachtjes en alleen naar jou te lachen.