zaterdag 10 september 2011

Wat ik dacht toen ik niet wist dat ik dacht


Ik weet niet meer wat ik wil of waarom ik dat wil en dat niet wil, of alles wil wat ik nooit wilde of wil wat ik altijd wel wilde maar niet wilde kwijtraken in alles wat ik eerder en nog meer wilde of- Wilde wat wilden wilden. Alles komt vast wel goed, vast wel goed. Ooit wel goed. En als het niet goed komt, niet nu goed komt, komt het morgen goed. Of een van de dagen erna die ik nog niet kan tellen. Maar alles komt vast wel goed. Ik ben zo bang. Nee, niet bang zijn. Niet bang zijn, nergens voor nodig. Luister naar je buik. Luister naar je hoofd en de muziek die daar speelt. Dans op wat er eerder was en met wat je in de toekomst wil walsen en dans met al het nieuws wat met je dansen wil. Ik voel me zo vies, douchen moet ik. Ik voel me zo vies, vlekken tussen borsten. Ga nou eens weg, blijf van me af, laat me genieten van mooi blanco zijn. Rood staat me niet, melkwit. Laat me alleen, met wat ik al was. Val ik wel op, als ik niet vallen wil? Rep niet mijn lichaam, rep maar mijn hoofd. En ik weet niet wie ik ben, wie ik ben, wie ik ben. Wel wat ik zijn wil, een dief in de nacht. Leeg is wat ik wil, voor eventjes dan-

Dit was een kleine greep uit de chaos in mijn hoofd.

Kunstwerk

Ze ligt in bad en zoals zo vaak kijk ik toe, gewoon omdat ik het mooi vind.
“Hoe doe je dat toch?” vraag ik haar.
“Doe ik wat?” kaatst ze terug, wat begrijpelijk is aangezien ik niet echt duidelijk was. Ik blijf even stil, waarom weet ik niet, ik denk omdat ik een keer in een boek gelezen heb dat iemand dat deed. De enige geluiden die de ruimte nu nog vullen zijn de euforische gitaarrifjes van Johnny Marr -ik weet niet of euforisch het juiste woord is, maar om de één of andere reden vind ik het er bij passen- , het water dat, als gevolg van haar bewegingen, heen en weer golft en de afzuiger die voorkomt dat de spiegel beslaat.
“Hoe doe ik wat?” herhaalt ze.
“Hoe lukt het je om de meest normale en alledaagse dingen tot een kunstvorm te promoveren? Ik bedoel, wanneer ik in bad ga, dan neem ik gewoon een bad, maar jij...” Even stop ik, ze gaat onverstoord door met het inzepen van haar borsten en ik weet niet zeker of ze luistert. Ik denk van wel. “Als jij in bad gaat, dan lig je daar met een gratie van heb-ik-jou-daar, terwijl het sop je rondingen verhult en het warme water je lichaam omarmt. Dat lijkt potdomme wel een gedicht.”
“Een gedicht dat jij verzonnen hebt.”
“Ja, maar dat kan ik niet zonder jou, het staat op jouw lijf geschreven, ik hoef het alleen maar op te lezen.”
Ze lacht. En terwijl ik naar haar kijk kan ik alleen maar denken aan hoe mooi ze is. Het sop is bijna weg waardoor haar lichaam helemaal zichtbaar wordt. Dan opeens dringt het tot me door, zíj is het kunstwerk! Kon ik maar tekenen, dan zou ik haar vereeuwigen. Want dat verdient ze.

donderdag 8 september 2011

Toen

En soms komen er kleine lichtjes door de gordijnen naar binnen, tekenen ze strepen op mijn muren en spelen ze met de kleuren van mijn plafond. Ik staar dan eigenlijk alleen maar, zie vanuit mijn ooghoeken per ongeluk hoe de wind mijn gordijnen doet opbollen en de kleine stukjes zonnestraal naar binnen glippen.
Het liefst loop ik door donkere huizen. Als ik alleen thuis ben doe ik nooit lampen aan en wacht ik tot het donker wordt en al het zwarte mijn wereld over neemt. Ren ik door de lange gangen, doe ik alsof ik klein ben en mijn lichaam op kan vouwen tot ik in mijn nachtkastje pas. Maar ik ben niet klein en mijn benen blijven als stokken uit het kastje steken. Hoe vaak ik het ook probeer, het lukt niet.
En weet je nog, toen we naar de dierentuin gingen en jij mijn hand vasthield alsof je nog nooit een hand vastgehouden had? Nee, ik ook niet meer.
Ik weet alleen nog de verlichte steden met piepkleine huisjes die we op de terugweg zagen vanuit de trein. De duizend strepen licht die voor onze ogen verschenen wanneer we ze half dichtknepen.
Misschien geef ik je wel een lampen cadeau met kerstmis. “Alsjeblieft, hier heb je het licht terug,” zeg ik dan.

woensdag 7 september 2011

Ik schrijf bijna nooit zulke dingen.

Als ik de geluiden van het leven mocht gebruiken voor heel even zou ik ze tekenen op een schilderij van wit en blauw. Met voorbij razende auto's en de wekker van mijn buurman of de regen die zachtjes op mijn wang viel als tranen die vergaten op te drogen. Het tikken van de klok kreeg ook een plekje in het blauwe en de kaarsjes die bewogen mochten meedoen in het wit. Of de mooie bruine ogen die me door het donker vonden en misschien wel in de stilte konden horen hoe mijn vingers de geluiden achtervolgden. Misschien een plekje in het midden kreeg dat kraakje in de stilte als je zachtjes in de nacht de kwade geesten wilt omzeilen. En het liedje die zijn klank nog niet kan vinden omdat de schrijver nog niet bedacht had dat hij zoveel mooi woorden kon verpakken in muziek. Maar ik vraag me af als ik de geluiden kon beschrijven met een zachte kleur op blauw en wit zouden ze dan niet vervagen en verdwijnen als de tijd ze weg zou nemen. Als de vonkjes die ik soms maakte als ik een vlammetje ontstak en die dan zomaar weer verdwenen en ik alleen kon denken aan waar ze zouden zijn gebleven.

Een tof mens, schijnbaar ben ik dat. Tenminste, ik zou verwachten dat ik dat mag zeggen gezien ik gevraagd ben om een nieuwe woensdag schrijver te worden. Dit mede omdat ik dingen zeg als luiwammes en heus waar, en omdat mijn vriendje een flapdrol is.

Want ja, het vriendinnetje neemt het over van jullie favoriete krullenbol die schrijft over oude vrouwtjes, portemonnee’s en dingen die awesome zijn. Gelukkig heb ik wel eens gehoord dat ik zelf ook best leuk ben, en is er nu eindelijk een oplossing voor die berg rommel die zich in de afgelopen jaren in mijn hoofd gevormd heeft.

Is het dan nu het moment dat ik zo’n saai stukje schrijf over wie ik ben? Zodat jullie weten wat voor onzin jullie moeten gaan verdragen elke woensdag? Awesome. Here it goes.

Hai! Lotte, aangenaam. Klein, blond en huppelend gevalletje van 18 jaar en 8 dagen. Op dit moment ben ik voornamelijk bezig gelukkig te zijn in Utrecht, zo veel mogelijk snoep te eten, plaatjes te bekijken van katten, bier te drinken, geld uitgeven aan nutteloze dingen, studeren en in de trein te zitten naar Eindhoven of Purmerend.

Mag ik ook zo’n ‘waar ik van hou’ stukje maken? Ja?
Goed. Waar ik van hou: katten. 

Zo.

Gezien ik nu dingen moet gaan doen als stage mogelijkheden mailen, banen zoeken, afwassen, m’n haren kammen en andere ‘kom, laten we doen alsof je volwassen bent!’ dingen, is dit misschien wel het kortste stukje ooit.

Volgende week woensdag komt er iets nieuws.
Er is een kans dat het over katten gaat.

Liefs,
Lotte 

dinsdag 6 september 2011

Gelukkig zijn is fijn

Soms heb je van die momenten waarvan je op het moment zelf niet beseft dat het je gelukkig gaat maken. Op het moment zelf zit je in zak en as, omdat je de schoonheid van de gebeurtenis niet in kan zien. De dag, de dagen of de weken daarna begint de positieve kant van de gebeurtenis aan het licht te komen. Na enig nadenken bedenk je je dat diezelfde gebeurtenis eigenlijk een positieve uitwerking had.

Zaterdag bedacht het universum (of onze aangeschoten hoofden) dat we elkaar weer zouden tegenkomen die nacht. Na wat beschonken momenten, na een fles drank in de vorm van de toren van Pisa, was het moment daar. Onze ogen ontmoetten elkaar. Normaal zouden ze na 2 seconden weer de leegte in staren, denkend aan elkaar. Deze keer was het anders. 5, 6, misschien wel 7 seconden bleven onze blikken elkaar kruisen. Ik besloot een praatje met je te maken, om vervolgens in een gesprek over Charizard te komen met een kerel wiens naam mij nog steeds niet bekend is. Lachen, gezellig doen, praten en nog meer lachen. Mensen leren kennen die Pokémon Gold speelden, mensen leren kennen die absoluut geweldige krulletjes hadden.
Niet veel, of wel veel, later raakten onze lippen elkaar weer. Lang, lang geleden was het dat onze lippen elkaar voor het laatst raakten. Ik had vonken verwacht, vuurwerk gelukkig nieuwjaar en andere wensen die een nieuw leven in zouden leiden. Ik voelde vertrouwdheid, mijn hoofd liggend op jouw borst. Jouw hand woelend door mijn haren. Maar het vuurwerk ontbrak. Ik voelde me onzeker, niet wetend of dit voor jou eenmalig zou zijn. Onzeker, omdat voor mij ook het vuurwerk ontbrak, terwijl ik zo lang op dit moment had gewacht. Onzeker, klein en bang.
Maar we hadden beide geen spijt en ik wist dat deze zoen alles voor mij af zou sluiten. Ik was ontzettend gelukkig, wetend dat het eindelijk afgesloten zou zijn. Wetend dat ik niet meer dagelijks verlangens voor je zou voelen. Gelukkig. Ontzettend. Een goed gesprek. Nog gelukkiger.

Dat wou ik even kwijt.

maandag 5 september 2011

maatregelen

Het is tijd voor maatregelen, na humeurige buien, 4 antibiotica kuren tegen blaasontsteking sinds de laatste schooldag en te veel lichamelijk leed ben ik het wel zat.
Things need to change.

Ik geef toe, ik hou van ongezonde dingen zoals niet sporten en in bed liggen met paprikachips, safaricola een sigaret en teen mom.
Ver weg van appels en wandelen.
Maar soms heb ik een omslagpunt, zoals nu.
Dan moet alles ineens radicaal anders.
Chaos in mijn hoofd.
Bah, ik hou er niet van.
 Het enige wat ik dan nog kan doen is lijstjes maken.

 - stop met roken
 - stop met [te veel] alcohol drinken
 - stop met te laat naar bed gaan
 - stop met de pil
 - stop met alles op het laatste moment doen
 - begin met meer water drinken
 - begin met een sport
 - begin op tijd

zucht.