zondag 17 juli 2011

eiland.

Zodra je klaar bent moet je hierheen komen, zei hij vanaf de schommel boven het water. Zijn voeten raakten het oppervlakte van de Caribische zee en zijn armen waren om de stevige touwen gewikkeld. Zij glimlachte en concentreerde zich op zijn stemgeluid, dat zich steeds verder over het water verplaatste, met de zachte tropische nachtwind mee. De palmbomen ritselden en de krabbetjes vonden hun schuilplekken onder de rieten parasollen. Van deze momenten hield zij het meest: er waren geen andere mensen te horen op het strand. Alleen de zee die zich periodiek in de branding stortte, en de palmbladeren die zich lieten meevoeren met de briesjes die haar gelukkig maakten. Eigenlijk maakte het hele plaatje haar gelukkig. Het hele eiland. En vooral hij.

Hij, die een  hangmat voor haar gekocht had en toen handmatig nog twee bomen geplant had zodat ze er ook echt iets aan hadden. Hij, die haar liet blozen en giechelen als één van die meisjes die ze altijd verafschuwd had.
Hij, die hier nu op een slordig geverfde houten schommel zat te wachten tot zij naast hem plaats nam, zodat hij haar hand kon pakken en zodat ze samen naar de nachtelijke horizon konden kijken.

Ik maak het morgen wel af. Ze gooide het doekje neer en zette het krukje weg. Ze ging op de schommel zitten, vlocht haar benen in zijn benen en haar vingers in zijn vingers.
De kleurrijke gifkikkers vulden het donker nu met hun geluiden. Ze lieten zich nooit zien, maar om het gezang kon je niet heen als je ’s nachts over het eiland liep.
De maan glinsterde in de verre verte, een trap van licht vormde zich op het water.

Voor het eerst in haar leven had zij niet de drang om de donkere horizon op te zoeken. Waar zij normaal niet stopte tot ze het eind gevonden had – terwijl het eind zich met haar mee bewoog net zoals een horizon nooit dichterbij komt – nam ze nu genoegen met alleen het kijken. Het kijken naar de horizon, het voelen van zijn huid tegen de hare.

Zijn duim maakte cirkeltjes op haar knie.

Misschien was dit wel haar horizon. En anders was het misschien wel helemaal niet de bedoeling dat ze altijd maar naar de horizon op zoek ging. Misschien moest ze wachten tot die naar haar toe kwam.

En als dat ooit zou gebeuren zou ze ter plekke wel bedenken wat ze ging doen.
En als dat nooit zou gebeuren zou ze ter plekke wel bedenken wat ze ging doen.

Geen opmerkingen: