zondag 31 juli 2011

pubercliché.


Toen mama eergisteren belde om te zeggen dat ze eerder naar huis zouden komen, raakte ik maar lichtelijk in paniek. Ik had namelijk niet op het netjes houden van het huis gelet terwijl ik alleen was. Er stond afwas van een paar daagjes en ik had een nederzetting om de bank gebouwd, met de afstandsbediening en kussens en dvd’s en boeken. Er lag nog een pizzadoos van de eerste avond. Er lag een leeg pak ijsthee van de tweede avond. Er lagen enveloppen van alle post die open gemaakt had. Er lag een aquarelblok met gekrabbel erop en er lagen tientallen aquarelblaadjes met gekleurde oppervlaktes.

Mijn moeder heeft constante opruimdrang. Ze ruimt altijd op. Alles. Overal. De woonkamer is altijd piekfijn in orde, en eigenlijk het hele huis wel. Ze ergert zich dood aan mij. Ik ben heus niet zo extreem als ik deze week was, dat was alleen omdat ik er voor één keer niet op hoefde te letten. Op waar ik wat allemaal liet slingeren.

Etensresten ruimde ik op, de rest bleef liggen. En mama belde dus.
‘We komen eerder thuis. Morgen al eigenlijk’.
Ik had die avond een bioscoopavondje gepland dus dat was niet de perfecte tijd. Ik heb die avond eigenlijk ook alles laten liggen. Ik zou het de volgende ochtend wel doen.

Jammer genoeg liep dat plan in de soep toen ik me versliep. Ik moest werken om twaalf uur en ik werd om half elf wakker. Dat lijkt ruim op tijd, maar ik heb een uur nodig voor mijn ochtendritueel omdat ik te lang douche en te uitgebreid ontbijt. En half elf plus een uur wordt half twaalf. En ik fiets een half uur naar mijn werk. Dus dat werd al twaalf uur. In dat tijdschema leek er geen ruimte meer te zijn voor het opruimen van het huis. En het schoonmaken. En het afwassen. Alles wat ik gepland had.

Ik haastte me uit bed, douchte in een recordtempo van minder dan tien minuten, griste een krentenbol uit de kast en terwijl ik at begon ik door de rotzooi in de woonkamer te struinen. Ik ging schematisch aan de slag; eerst alle dvd’s bij elkaar. Op een stapel. Dan al het afval – oud papier, plastic, enveloppen, pakken. Allemaal in de container. Het begon er langzaam maar zeker nog een beetje hoopvol uit te zien. Snel de afwas. Afdrogen.
Afdrogen?
Ja. Een afwasmachine was enorm handig geweest in deze situatie maar helaas is die niet aanwezig.
Tijd om te stofzuigen. Stofzuiger van zolder. Naar beneden. Zorgen dat ik niet over de kabel struikel die niet meer in de stofzuiger wil en dus altijd los hangt.

Ik heb nog nooit zo vaak angstig op de klok gekeken voordat ik naar mijn werk moest. De tijd leek sneller te gaan dan ooit. Zeker speciaal om mij te pesten. Het was alsof ik de wijzers hoorde lachen.
‘Je gaat het nooit redden’.
Stil, wijzers. Ik zal bewijzen dat ik het kan.
Helaas had de stofzuiger geen zin. Ik besloot uiteindelijk na een eindeloze discussie met het ding dat het zo ook wel kon.

Mama was het daar niet mee eens.
Maar ik had mijn best gedaan.

Verder nieuws is nog dat ik eindelijk mijn LP van Iron and Wine heb. En daar geniet ik van.
En nu moet ik mijn slaapkamervloer leegmaken en er een luchtbed neerplanten zodat Toffe Danielle vanavond ook lekker kan slapen.

Vandaag is het namelijk c’est la vie in Emmen en dat is een straattheater en muziek festival. En daar geniet ik ook van. Wens ons plezier. Doe het.

p.s Welkom Ruud! Ruudie, Ruuderd, Roodie, der rudy!
p.p.s ik vond dat ik even moest melden dat ik Ruuderd de beste bijnaam vind. 

2 opmerkingen:

Danielle zei

Ik wil wel twee dekentjes hoor. Jatterd, dief. Tamara ga je ook naar c'est la vie? Dit lees je vast niet meer vandaag.
Groetjesssssss

margriet zei

heeeeeeeeeeeeeel herkenbaar