zaterdag 6 augustus 2011

Gesloten deuren


‘s Avonds laat, als ik net met veel moeite mijn hoofd geruimd heb, bonken ineens alle nare gedachten op het deurtje van mijn hoofd. En ik probeer echt met man en macht de deur dicht te houden, te barricaderen zelfs, met kilo’s zandzakken, maar het helpt niet.

Het helpt echt niet, echt niet. Alsof er nog iemand in mijn hoofd is die alle nare gedachten door de achterdeur naar binnen laat en zegt dat ze moeten doen alsof ze thuis zijn. Wie die andere iemand is weet ik niet precies, ook niet hoe hij binnenglipte; nog nooit heb ik iemand binnengelaten in mijn hoofd, er ligt zelfs geen sleutel onder de plantenbak bij de voordeur voor onverhoopte gevallen of voor als ik stiekem iemand nodig heb.

Wie je ook bent ga weg. Ga weg, asjeblieft. En trek de deur achter je dicht.

Ik zal de ramen op een kier laten staan, stiekem ben ik niet zo sterk in mijn eentje en heb ik iemand nodig, al wil ik het niet toegeven. Trek wel je schoenen uit als je binnenkomt, loop op je tenen en houd je adem in; meer kan ik nog niet hebben. Alleen ben ik gewend, het voelt niet eens eenzaam meer. Aan samen moet ik nog wennen.

En laat niemand binnen, vooral niet als het ’s avonds donker is.

Geen opmerkingen: