donderdag 29 september 2011

De laatste uren voor mijn winterslaap

Dromen drijven als wolkjes door de lucht, maken de geluiden van zachte windvlagen terwijl ze langzaam langs vliegen.
Weet je nog, toen we er vroeger met onze schepnetjes achteraan renden? Alsof het vlinders waren hadden we ze proberen te vangen. Maar net als vlinders wilden ook de dromen niet gevangen worden. En als je ze met rust liet, niet meer achterna zat, streken ze altijd voorzichtig op je schouder neer.
Misschien is dat wel iets wat ik nu nog steeds niet snap, als ik dromen wil vergeet ik altijd dat dromen mij op zulke momenten niet willen. Dus blijf ik tot op de dag van vandaag nog rennen. Al is het hopeloos en weet ik dat heel goed.
Ik lig in het gras, de wind kriebelt langs mijn blote schouders en laat de haartjes op mijn armen als kippenvel overeind staan. Ik strijk er met mijn vingers langs, teken olifanten, appeltaarten en vuurtorens op mijn eigen huid.
Zoals de takken van de bomen aan de rand van het park dat ook kunnen, wiebelen mijn benen door de lucht. Ik laat ze vliegen, mijn voeten zijn vogels, kijk toe hoe ze bewegen voor de witte wolken en hun blauwe achtergrond. Laat ze de zon weg nemen, totdat ik gevangen word door de schaduwen. Blijf voor even opgesloten, totdat ik mijn voeten weer voor de zon weghaal en opnieuw verblind word door de laatste zomerdagen.
Uiteindelijk knijp ik mijn ogen tot spleetjes en zie de strepen licht verdwijnen. 










(Sorry Margriet, ik kon niet over bossen schrijven. De bos-woorden wilden mijn hoofd niet inkomen en al helemaal niet verlaten als getypte woorden. Het spijt me ten zeerste, ik hoop dat je mij dit ooit vergeeft.)

Geen opmerkingen: