zondag 3 juli 2011

Personages.

Rennen. Zo snel mogelijk. Rennen want het haalt ons in. Ik weet nog wat ik moet doen, ik heb dit eerder meegemaakt. Ik heb dit eerder gedroomd. Ik moet de garage vinden met de lichtgevende puntjes in de deurknop. Zodra we die deurknop aan zullen raken zal de schaduw zich terug trekken. We mogen het ons niet te pakken laten krijgen. Het zal ons meenemen naar een plek waar geen licht is. En niemand wil leven zonder licht, hoe mooi het donker soms ook kan zijn.

Voorbij de speeltuin, daar moeten we heen. Nog sneller rennen. Het is niet te doen, we zijn niet snel genoeg. Maar nee, dit is mijn droom en ik laat me niet vermoorden in mijn eigen droom. Ik verzin dit zelf, ik zal ook zelf de oplossing moeten vinden. In de verte zie ik de garage met de lichtgevende puntjes in de deurknop. Maar dat is nog te ver weg. Ik ren sneller en sneller tot ik niet meer kan. Iedereen heeft me verlaten, maar ik ren door. Tot ik de deurknop eindelijk aanraak. Op dat moment is de droom over en word ik wakker. Iedereen had me verlaten. Sommigen hadden misschien wel bewust voor het donker gekozen in plaats van het licht. Sommigen waren dit misschien al langer van plan. Ik kende de meeste mensen helemaal niet. Ze waren slechts personages voor deze ene droom, en zonder ze was de droom misschien eenzamer, maar ze blijven bestaan want het zijn personages. En als je niet bedenkt dat de door jou verzonnen personages dood gaan, gaan ze niet dood. Tenzij jij de schaduw zelf opzoekt, dan zullen ze met je mee gaan. Ze kunnen namelijk niet zonder je leven.

Op dinsdag stond het werk in de boekwinkel in het teken van Paul Goeken. De mannelijke schrijver die beroemd werd als vrouw en weer stierf als man. De meeste mensen kenden Paul onder de naam Suzanne Vermeer. Mensen kwamen mij vragen of de boeken van Paul goed waren. Sommigen vroegen daarna nog ‘en die van Suzanne, zijn die ook goed?’. Ik vind het apart hoe Paul zijn boeken als vrouw schreef. Hij schreef ook boeken als Paul zelf, maar die boeken waren lang niet zo populair. Suzanne was zijn succes. Maar Suzanne bestaat niet. Ik vind het niet makkelijk om te schrijven vanuit mannelijk oogpunt. Paul deed het in het dagelijks leven. Paul creĆ«erde Suzanne en werd Suzanne. Maar ook al leefde Suzanne nooit echt, toch is ze samen met Paul overleden.
Ik heb persoonlijk nooit een boek van Paul gelezen. Wel van Suzanne. Maar ik maak er nu een uitdaging van om ook de boeken van Paul te lezen. Ik wil namelijk graag het verschil zien. Ik wil Suzanne en Paul als twee verschillende personen leren kennen via de boeken. Ik ben benieuwd of het me lukt.


Dit zijn twee compleet verschillende stukjes aan elkaar geplakt. Geloof het of niet, in mijn hoofd is het verband tussen de stukjes enorm groot. Ik besefte me dat alle mensen die in mijn droom doodgaan, niet echt dood gaan. Want ze bestaan niet. En toen las ik in de krant dat Paul Goeken overleden was. Maar volgens mijn theorie zou Suzanne dan doorleven, want ze bestaat niet dus kan ze niet echt doodgaan. Toch is er geen Suzanne zonder Paul. Net zoals de mensen in mijn dromen er niet zouden zijn zonder mij. 


Mijn hoofd is een chaos en verwoorden wat er precies speelt in die chaos is best lastig, misschien ken je het wel.

1 opmerking:

Marije zei

Ik vind dromen altijd zo bijzonder. Wist je dat je brein geen personages kan verzinnen, maar dat je iedereen uit je droom al eens bent tegengekomen in het echte leven? Dus de moordenaar is misschien wel iemand die je ooit in de supermarkt hebt zien lopen, iemand die je helemaal niet is bijgebleven maar onbewust toch nog in je hoofd rondzwerft.

Mooi stukje (: