vrijdag 28 oktober 2011

We liepen, ook al fietste ik liever, over de opgewarmde straat. Je liep een paar stappen voor me en keek niet achter om. Ik ging liggen op het asfalt. Toen je geen andere voetstappen dan die van jou meer hoorde, stopte je. Je keek om en toen je me zag liggen vroeg je waarom. 'Waarom, waarom lig je op de straat?', zo vroeg je het. Ik glimlachte, ik werd er altijd gelukkig van als je twee keer hetzelfde woord in één zin zei. 'Het stoplicht stond op rood', zei ik, 'dus dan moet je wachten'. Eerst fronste je, maar daarna werd je blik ondeugend en liep je naar me toe. Je pakte me bij mijn middel en tilde me over je schouder. 'Ik laat jou niet op de straat liggen, straks word je overreden en dan ben ik het fijnste wezen op deze aarde kwijt', vertelde je me. Ik voelde het bloed naar mijn wangen stromen en ik drukte een kusje op je rug. Je kneep in mijn blote voet, de rechter. We, of eigenlijk jij, liepen verder over het warme asfalt. Eigenlijk wilde ik liever zelf lopen, omdat ik in de armen van iemand anders toch weer hoop kreeg dat ik ooit kon vliegen en dat wilde ik liever niet, hoe fijn die gedachten ook waren. 

1 opmerking:

Annet zei

deze is leuk :D