donderdag 27 oktober 2011

Vanaf toen

De ijzeren spijlen van het hek voelden koud aan langs mijn blote benen. Voorzichtig zette ik mijn voeten tussen de scherpe punten neer, vanaf daar sprong ik naar beneden. Recht in jouw armen. Haast verloor je je evenwicht, maar de paar stappen achteruit hielpen je om het terug te vinden.
Het was raar om hier te zijn wanneer er niemand anders was. Normaal waren we niet de enige in de dierentuin, maar nu waren de paden leeg en verlaten. Het was nacht. Vanuit de hokken klonken af en toe vage geluiden van dieren, maar eigenlijk zweeg de hele wereld.
We renden langs de verblijven en je had mijn hand vast. Mijn jurkje waaide rond mijn lichaam en ik had het idee alsof mijn benen elk moment in elkaar konden zakken. Ik wist niet waarom. Alles was zo breekbaar de laatste tijd.

De pinguïns leefden buiten. Een aantal stond met hun kop tussen hun veren te slapen, anderen waggelden samen met de kleine babypinguïns een beetje heen en weer.
We gingen op het bankje zitten en keken. Je sloot twee koptelefoons aan op je muziek en zette er één van op mijn hoofd en de ander op je eigen hoofd. We luisterden pianoliedjes, zo hard mogelijk galmden de klanken door ons hoofd.

Het was lente, haast zomer. We klommen de dierentuin uit en wandelden langzaam naar je huis, door de nacht.
Je balkon was leeg, de wereld was leeg, op een zacht matras met dikke dekbedden na. We vielen in slaap tussen de kussens, tussen de muggen en onder de sterren en de kwetterende vogeltjes.











(En eigenlijk ben ik best vrolijk, want gisteren zag ik Bon Iver :))(En eigenlijk moet je Comptine d'un autre été: l'après-midi van Yann Tiersen luisteren wanneer je dit leest. Ik wilde het liedje er eerst boven zetten, maar ik vond het toch niet mooi staan.)

Geen opmerkingen: