maandag 28 november 2011

Een sprookje over een meisje dat was opgegroeid in een sprookjesland. Ze had, voor zover ze wist, geen vader of moeder, al voelden de twee grootste bomen wel erg vertrouwd. Slapen was in deze wereld niet van belang. Waarom dromen als er genoeg fantasie was in de wereld om op te teren? De fantasie vloog je om de elvenoortjes, kleine knipperende licht vliegjes die fantasieën verspreidden. Hoe meer kleuren ze afgaven en hoe sneller de lichtjes knipperden, hoe meer wondertjes ze bezaten. Elke paar honderd meter was er een ander klimaat of seizoen, andere planten en wezens. Maar dat maakte niet uit, want haar lichaam paste zich aan als dat nodig was. Alles was eetbaar, maar er zaten overal bijwerkingen aan. De meeste waren positief, zoals een inspiratie uitspatting of een vlinders-in-je-buik-gevoel. Maar bepaalde zonnebloemen gaven je een paar uren het stijl-naar-beneden-gaan-in-een-achtbaan-gevoel. Gelukkig hield ze meer van manenbloemen.

3 opmerkingen:

margriet zei

ik heb het gevoel dat ik hier meer over wil lezen en het niet echt af is!

Afke zei

haha, dat heb ik ook wel een beetje eigenlijk. maar ik ben altijd bang om een verhaal te verpesten als ik het langer maak.

Margriet zei

neeeeeeeeee je kan het