zaterdag 3 december 2011

vervolg

De maan ging al onder, wat de wereld altijd nóg net iets magischer maakte. Het meisje ging op een grens van 5 mei en 6 juni zitten, haar favoriete plek. Overal op de aarde liepen grenzen en in deze wereld zag je die grenzen ook werkelijk zitten. Niet recht, ook niet overdreven hoekig. Ze liepen sierlijk, maar vastberaden door het landschap. Alles en iedereen was verbonden aan die grenzen, dus ook de seizoenen, jaren, maanden en dagen. De grens van 5 mei en 6 juni was speciaal omdat er precies op de kruising één van de grootste bomen stond. Veel mensen zagen het als slecht voorteken als er iets groeide op een kruising en zeker iets met zoveel macht. Maar het meisje geloofde niet dat er in een wereld met amper haat, een boom op een kruising een gevaar kon zijn. Al kwam het misschien ook wel omdat ze geloofde dat dit haar moeder was. Ze had het nooit aan iemand durven vertellen, bang om niet geloofd te worden. Maar als ze tegen de stam van de boom ging zitten, groeide er bloesem uit de knopjes, die langzaam naar beneden dwarrelden. Eigenlijk was het vrij duidelijk dat dit haar moeder was, want als het meisje weer eens bij het zwevende dal was geweest, had de bloesem een zwarte kleur terwijl dat normaal een blozende wangen kleur had. Soms bleven de knopjes zelfs dicht, waardoor de blozende kleur op haar wangen stond..

Geen opmerkingen: