zondag 15 januari 2012

De zee


De golven vlechten hun geruis door mijn gedachten, door alle slierten dromen en strengen verlangens. Ik denk dat het strand de enige plek is waar ik ooit echt geleefd heb, met zand tussen mijn tenen en een overvloed aan vertrouwen. Toen ik vroeger klein was rende ik in een gele jas achter mijn broertje aan en zochten we kwallen om met een schop op te slaan. En we vonden garnaaltjes en krabbetjes en voelden vieze dingen onder onze voeten. Later las ik er boeken over verloren dromen en nog later schreef ik er mijn eerste verhalen. Of rende ik in mijn onderbroek met een flamingo erop roekeloos de golven in en riep mijn broertje dat hij zich voor me schaamde. En nog later dronk ik er bier met draakjes op het etiket en plaste ik in de duinen. En nog later rende ik er in mijn eentje rond, tegen de wind in en huilde ik om de jeugd die ik kwijt was. Nog later besloot ik een zeemeermin te worden en verkocht ik mijn ziel aan het strand. Nog later durfde ik niet meer aan de zee te denken.  

En nu ga ik over twee weken weer naar het strand, waar weet ik nog niet. Na een tijd lang mijn hoofd te hebben laten vollopen met kennis. Het is een soort van rare parallel in mijn leven dat ik na iedere afgesloten periode even de zee wil zien om te weten dat het leven vergankelijk is.

Alles komt bij elkaar aan zee.



Geen opmerkingen: