donderdag 17 november 2011

Verdwalen

De afgelopen tijd was ik druk geweest. Hele dagen zat ik in de vensterbank te praten tegen mijn kat en te wachten tot ik antwoord kreeg. Het bleven monologen, maar ik wist ergens wel dat dat niet erg was.
Soms waren er dagen dat ik je vergat, de klokken in mijn hoofd hadden geen tijd meer voor jou. Toen je op donderdagochtend op was gestaan, had ik geen flauw idee dat er iets veranderd was. Ik was haast vergeten dat je bestond.
Het enorme paar vleugels dat zich bij het opstaan ontvouwd had, had ik compleet over het hoofd gezien. Donzige kussens van veren bedekten je naakte rug. Terwijl je in je onderbroek met een melkpak en een melksnor door het huis liep vulde ik het bakje kattenvoer bij. Ondertussen las ik verhalen voor uit mijn lievelingsboek, al wist ik dat jij mij niet horen kon. Daar deed ik het misschien ook wel voor. Ik wilde niet gehoord worden.

De dag dat jij de wereld veroverde lag ik in de sneeuw en maakte ik sneeuwelfjes. Ik miste je pas toen ik merkte dat niemand mij meer warm zou kunnen houden na een tocht door de winterkou. Je was weg. Er lagen enkel verdwaalde veertjes op de andere helft van het bed.
Ik wilde het heelal zijn, maar wist dat ik dan eerst zou moeten stoppen met mezelf oprollen als een klein bolletje wanneer ik ging slapen.
Het voelt best eenzaam zo alleen in het grote bed, misschien moest ik morgen een kleinere gaan zoeken.

Geen opmerkingen: