zondag 14 augustus 2011

Luna.


Ik had nog nooit zo’n mooie hemel gezien als deze. Midden op zee, waar geen lantaarnpalen stonden. Zo veel sterren. Oneindig veel sterren. Oneindige hemel. De grote zeilboot schommelde zachtjes heen en weer. Kapitein Phil neuriede een liedje terwijl hij met één hand aan het roer stond. De rest van het kleine groepje was al een paar uur geleden naar de hutten gegaan. Iedereen sliep. Maar ik vond het verspilling van een prachtige nacht. De zee was enorm rustig en de sterren werden erin weerspiegeld. Ik vond het heerlijk.
‘Wordt jij nooit moe?’. Phil klonk ouder dan dat hij was. Zijn stem doorbrak de stilte en mijn concentratie was weg. Aan ieder anders mens had ik me op dat moment geërgerd. Maar van Phil kon ik het hebben. Ik kende hem nu een paar dagen en ik voelde niets dan sympathie voor hem.
‘Ik kan nog vaak genoeg slapen’. Ik liep dichter naar hem toe en ging met mijn rug naar het water staan, tegen het koude ijzer aan. ‘Ik heb dit nog nooit meegemaakt. Vroeger was het mijn droom om te reizen. Maar ik stelde het steeds uit. Mijn ouders hadden niet genoeg geld en ik was zelf ook verschrikkelijk in sparen. Ik voel een beetje jaloezie als ik eraan denk dat U mijn droom leeft’.
‘Je bent bijna twintig. Je kunt alles doen wat je wilt, meisje’. Zijn ogen schitterden en ik draaide mijn hoofd naar rechts om naar de maan te kijken. Hij had gelijk. Toch voelde dat niet zo. Dit was een buitenkans. Ik moest hiervan genieten, nu mijn lot zo ontzettend gul was.
‘We varen nog een dag en een nacht. Dan meren we aan in Bonaire’. Hij schoof een stoel dichterbij en pakte zijn boek. Een boek wat hij volgens mij al een paar keer uitgelezen had. Misschien kreeg hij er gewoon geen genoeg van.
Ik liep terug naar mijn eerdere plekje want daar stond een kist. Een kist die ik makkelijk kon gebruiken als bankje. Mijn voeten legde ik op een stapel touw en ik sloot mijn ogen. Het zoute briesje voelde fijn toen het mijn haar over mijn wang veegde.
Ik had zin in het aanmeren in Bonaire. Maar deze nacht mocht ook nog wel even duren. Ik was alleen, ik had geen geld meer, ik had geen plan. Maar ik was gelukkig.
En ik hield mezelf voor dat dat het enige was dat telde.

Geen opmerkingen: