zaterdag 4 februari 2012

Sneeuw


De vissen in de vijver zijn bevroren en je woorden bevriezen tot kleine kristalletjes in de lucht. Ik vroeg me af hoe we eruit zouden zien als we nu bevroren als vissen. Dan zouden mijn vingers in de jouwe versmelten tot ijs en dan zouden mijn ogen voor altijd gelukkig zijn. En zou jij verstillen met lieve woorden op je lippen, gevangen in mijn sjaal.  
Ik ving sneeuwvlokjes met mijn tong, ze smaakten naar de groentesoep die mijn oma vroeger voor me maakte als ik bij haar kwam logeren. Toen ik je dat vertelde krulden je mondhoeken zachtjes naar boven en stak je je tong naar buiten om te proeven. Je zei dat mijn oma vast geen pittige dame was. Ik gooide een sneeuwbal in je nek.
Soms ben ik bang dat ik van je hou, zelfs hier zo in de kou. 

Geen opmerkingen: